GroenLinks Dilemma: IJmeerlijn?

Sophie Artikelen

Almere moet groeien, en niet zo’n beetje ook. Het inwonertal moet meer dan verdubbelen. Waarmee ook de mobiliteit fors zal toenemen. Een groot deel van de inwoners van Almere werkt in Amsterdam en GroenLinks wil uiteraard voorkomen dat al die mensen in de auto stappen. Maar hoe? Een van de mogelijkheden is de IJmeerlijn, een spoor op palen dwars door het IJmeer. Datzelfde IJmeer is echter onderdeel van de ecologische hoofdstructuur, het netwerk van natuurgebieden en verbindingszones dat de basis vormt van het Nederlandse natuurbeleid. Een dilemma voor GroenLinks.

Joris Wijnhoven (voormalig lid landelijk bestuur GroenLinks, campagneleider Verkeer bij Milieudefensie): ‘De ecologische hoofdstructuur moet voor een partij als GroenLinks heilig zijn’.

Paulus de Wilt (directeur van het bureau GroenLinks Amsterdam): ‘Natuur is dynamisch. Een defensieve houding belemmert de verdere ontwikkeling van natuurgebieden.’

Wijnhoven: ‘GroenLinksers zijn het erover eens dat we moeten inzetten op goed openbaar vervoer tussen Amsterdam en Almere. De vraag is alleen hoe je dat openbaar vervoer organiseert: Door de bestaande sporen tussen Weesp en Almere beter te gebruiken, te verbeteren of zelfs te verdubbelen, óf door een nieuwe spoorlijn dwars door het IJmeer te leggen. Dat zou een inbreuk betekenen op de ecologische hoofdstructuur. Bovendien vergroot het de druk om het IJmeer maar vol te bouwen.’

De Wilt: ‘Ik vind ook dat de ecologische hoofdstructuur behouden moet worden. Maar dat betekent niet dat je er niets aan kunt veranderen. Natuur is dynamisch. Aan de natuur in het IJmeer is nog van alles te ontwikkelen, zoals de oevers. Daarmee zou het IJmeer ook duidelijker een echt natuurgebied worden, waarmee tegendruk wordt gegeven aan de behoefte om in het IJmeer te bouwen. Een te defensieve houding vanuit de milieuhoek belemmert die ontwikkelingen juist.’

Wijnhoven: ‘Het is het één ding of je de oevers ontwikkelt, en iets heel anders of je een racebaan op palen door dat meer legt. Zeker als dat helemaal niet hoeft. Met het bestaande spoor tussen Amsterdam en Almere is nog veel meer te doen dan in de discussie wordt aangenomen. Door efficiëntere systemen, beter onderhoud en inhaalplaatsen bijvoorbeeld. En eventueel op termijn door een verdubbeling van het spoor.

De Wilt: ‘Maar het bestaande spoor ligt ver van de nieuwe gebieden tussen Almere en het IJmeer, en bedient bovendien IJburg niet. Een IJmeerlijn maakt betere en dichtere bebouwing van zowel IJburg als Almere mogelijk. Om de IJmeerlijn rendabel te maken, heb je dus helemaal geen nieuwe bebouwing in het IJmeer nodig. Ik denk dat de druk om het IJmeer vol te bouwen daarom wel mee zal vallen. En de druk van de ecologische hoofdstructuur is ook heel groot. Men zal vooral aan de andere kant willen bouwen, de polder in: Almere richting Dronten, of richting Lelystad.’

Wijnhoven: ‘Het IJmeer heeft een vitale functie voor allerlei flora en fauna. Je maakt mij niet wijs dat de lijn zelf niet schadelijk is voor, bijvoorbeeld, de vogels. Bovendien lijkt het me hartstikke lelijk, zo’n spoorlijn op palen. Ach, smaken verschillen. Ik vind infrastructuur zeker niet altijd lelijk. Ik mag die brug voor de HSL over het Hollands Diep graag zien, bijvoorbeeld. Maar ik vind dat we van het IJmeer nu moeten afblijven, daar is al genoeg vanaf gesnoept.’

De Wilt.: ‘Ik denk ook dat het IJmeer mooier zou kunnen zijn zónder die spoorlijn, maar ik denk niet dat de lijn de ecologische hoofdstructuur beschadigt. Er gaan echt geen Aalscholvers tegen die trein opvliegen, er zijn allerlei trucs om daarvoor te zorgen.’

Wijnhoven:‘We weten dat het mobiliteitsgedrag van mensen het best te veranderen is als ze verhuizen. Dus moeten we ervoor zorgen dat de mensen die in de nieuwe stukken van Almere gaan wonen ‘leren’ dat ze met de bus of de fiets naar een van de vele stations in Almere reizen. Het is zo jammer dat het ruimtelijke ordeningsbeleid in Nederland zo gedecentraliseerd is. Daardoor heeft Amsterdam er bijvoorbeeld belang bij de werkgelegenheid zo veel mogelijk voor zichzelf te houden. Wat de mobiliteit alleen maar groter maakt. Meer werkgelegenheid in Almere zelf zou de druk op het bestaande spoor ook verminderen.’

De Wilt: ‘Voor een deel klopt dat. Maar mobiliteit is ook deels een gevolg van emancipatie, waar GroenLinks voor is. Stellen van wie de een in Almere en de ander in Amsterdam werkt. Je moet je kop niet in het zand steken. De mobiliteit zal alleen maar toenemen. Nu al gaat ongeveer 50% van de Almeerders met het openbaar vervoer naar Amsterdam. Wij willen graag dat dat nog meer wordt. Dus moet er goed spoor liggen, zodat mensen niet in de auto stappen.’

Wijnhoven: ‘Wat ik bestrijd is de redenering dat je, als er een nieuwe wijk ergens komt, ten koste van alles een spoorverbinding moet aanleggen. Het offer van het IJmeer is te groot.’

De Wilt: ‘En ík bestrijd dat je het IJmeer opoffert. Als wij er vanuit gaan dat Almere groeit naar 450.000 inwoners, moet je dat behoorlijk ontsluiten. Dat gaat niet over de bestaande spoorlijn. Als je dat spoor gaat verdubbelen, weet ik eigenlijk nog niet wat in ecologisch opzicht slechter zou zijn. Ze zien ons aankomen in bijvoorbeeld Weesp en Muiderberg. Bovendien: als je de sporen verdubbelt, kun je al die mensen wel vervoeren, maar dan zit je wel op de verkeerde plek in Almere, én je bedient IJburg niet. Juist omdat je met de IJmeerlijn veel meer mensen uit verschillende regio’s bedient, is het milieueffect groter.’

Wijnhoven: ‘Het is een hard gelag: Eerst zeg je: IJburg en dan blijven we voor altijd van het IJmeer af, en nu dit weer. Leg dat maar eens aan de kiezers uit.’

De Wilt: ‘We hadden ook nooit moeten zeggen ‘dan niets meer’. Wil je openbaar vervoer als alternatief plausibel maken, dan moet je daar heel veel en goed in investeren. Net als in de ontwikkeling van natuurgebieden.’

'Het Dilemma: IJmeerlijn?' verscheen in Linker, het ledenblad van GroenLinks Amsterdam